Blog pleegouder 'Waratje een wratje'

Blog van een pleegmoeder over gebeurtenissen uit het alledaagse leven met haar pleegzoon.

Je stipt een dag of tien en moet je dan eens zien.

Was het maar zo’n feest.

Bram heeft niet één maar meerdere wratjes onder zijn voet. Hij krijgt er steeds meer last van.

We bellen om een afspraak te maken bij de huisarts. De assistente geeft aan, dat voor een paar wratjes, een afspraak met de dokter niet nodig is. De assistent kan de wratjes met een spuitbusje met stikstof eenvoudig bevriezen. We geven aan dat Bram een speciaal jongetje is en dat we het daarom toch fijn vinden als de afspraak met de dokter is. De huisarts is namelijk nieuw. Als er dan echt een keer iets aan de hand is, heeft Bram hem in ieder geval al een keer gezien. Na wat aarzelen stemt de assistente ermee in.

Jochem, mijn man, gaat met Bram naar de afspraak. De huisarts neemt de tijd. Hij legt steeds duidelijk uit wat hij gaat doen en hoelang het duurt.

Bij het weggaan zegt hij dat Bram de volgende keer weer een afspraak met hem mag maken.

Als Jochem twee weken later met Bram naar de afspraak gaat, blijkt het toch te gaan om een afspraak met de assistente. Dat valt tegen, want hoewel de assistente erg lief en geduldig is, is het anders dan wat Bram had verwacht. Dit keer gaat het dus allemaal wat moeizamer.

Twee weken later is er weer een andere assistente. Zij doet het ook allemaal net wat anders dan de dokter en de vorige assistente. Het kost heel wat kruim om twee wratjes te behandelen.

Jochem is er eigenlijk wel klaar mee. Hij vraagt of ik de volgende afspraak voor mijn rekening wil nemen. Ik snap hem helemaal.

Vandaag is het zover. Ik fiets met Bram naar de huisarts. Ik bespreek met hem wat er gaat gebeuren. We gaan van tevoren met de assistente afspreken hoeveel wratjes ze gaat behandelen en hoeveel tellen het duurt. Bram telt heel snel: ”1,2,3,4,5!” Ik oefen met hem, eenentwintig, tweeëntwintig, drieëntwintig. Het is kouder dan we dachten.

Onderweg stopt Bram twee keer omdat zijn handen te koud zijn. Hij weigert nog verder te fietsen. Uiteindelijk lukt het me om hem weer op zijn fiets te krijgen.

Precies om 8.00 uur komen we de wachtkamer binnen. Na 5 minuten roept de assistente ons.

Bram begint meteen met onderhandelen. De assistente is vrij kortaf en duidelijk. Hier heeft ze allemaal geen tijd voor. Dit gaat niet goed. Ik vraag of ze Bram al eens eerder heeft behandeld. Dat is niet het geval. Ik leg uit dat Bram het moeilijk vindt dat de afspraak iedere keer met iemand anders is en dat hij het fijn vindt als van tevoren duidelijk is, wat er precies gaat gebeuren en hoelang het duurt. Het kwartje lijkt te vallen. Vanaf dat moment doet de assistente enorm haar best. Ze probeert afspraken te maken met Bram maar Bram wil zijn sok niet uitdoen. Ik twijfel of ik me ermee moet bemoeien.

Uiteindelijk praat ik op hem in. Hij trekt zijn sok uit. Daar blijft het bij. Hij laat niet toe dat de assistente onder zijn voet kijkt.

Bram haalt alles uit de kast. Hij begint een heel verhaal over ‘realistic cakes’, een filmpje dat hij op YouTube heeft gezien. Hij wil een taart maken in de vorm van een realistische appel. Ik zeg dat, als hij nu even meewerkt, we vanavond de cake kunnen bakken, we hebben alle spullen al in huis. “Ik wil alleen snel tot 5 tellen en Ik wil dat papa erbij is, want papa heeft veel meer geduld dan jij.” Au, hij slaat de spijker op z’n kop! Ik begin mijn geduld te verliezen, we zijn inmiddels bijna drie kwartier verder…

Uit pure wanhoop beloof ik hem een stukje chocola als hij meewerkt. Ik vraag of hij het fijn vindt als ik even buiten wacht. Dat vindt Bram een goed idee.

Ik wacht achter de deur en kan horen hoe de assistente met hem praat. Yes, het lijkt erop dat het gaat lukken. Ik app met Jochem over de stand van zaken.

Dan zwaait de deur open en stormt Bram de gang op. Ik stel voor dat hij met papa mag facetimen als hij terugkomt. Ook Jochem praat op hem in. We komen tot de conclusie dat het dit keer niet gaat lukken. Het voelt niet goed maar ik snap dat de assistente meer te doen heeft vandaag.

Als de assistente weg is om een nieuwe afspraak in te plannen begint Bram over de cake die hij vanavond wil bakken. “Gaan we de cake dan morgen bakken omdat het vandaag niet gelukt is met de wratjes?”. Heel onpedagogisch zeg ik: “We gaan de cake bakken als de wratjes behandeld zijn.”

Bram zucht, “Dan doe nu die wratjes maar.”

Binnen 5 minuten staan we buiten. Ik haal diep adem en tel in mijn hoofd, eenentwintig, tweeëntwintig…

Als we thuis zijn geef ik Bram een dikke knuffel.

Ach manneke. Wat zou ik je toch gunnen dat je wat meer vertrouwen in jezelf en in ons had. Dat je van jezelf wist, ik kan dit! En papa en mama zijn er altijd om me te helpen.

 

Deel dit artikel via één van onderstaande kanalen.